De inhoud van uw grijze container en van (ondergrondse) verzamelcontainers wordt naar de geïntegreerde afvalverwerkingsinstallatie van EVI gebracht; één van de meest moderne installaties op de grens van Coevorden en het Duitse Laar. De installatie zet afval om in een hoog rendement aan elektriciteit.
In de scheidingsinstallatie wordt het aangevoerde restafval eerst in deelstromen gescheiden. Met zeeftrommels, magneten, infrarood en sterke luchtstromen worden er materialen uit gehaald die geschikt zijn als vervangende brandstof voor energiecentrales en de cement- en kalkindustrie. Dit materiaal wordt geperst in balen.
Het 'echte' restafval verdwijnt in de verbrandingsoven, gestookt met aardgas. Als de temperatuur hoger is dan 850 graden Celsius gaat het afval in de oven en de gaskraan dicht. De lucht (zuurstof) voor de verbranding wordt aangezogen uit de afvalbunkers en door het rooster geblazen. De temperatuur op het rooster van de ketel is tussen 1.000 en 1.300 graden Celsius.
In de ketelwanden lopen stalen buizen waar water door stroomt, en ook hoog in de ketel hangen bundels met buizen. De hitte in de ketel verandert het water in die buizen in stoom. In dit gesloten systeem ontstaat hoge druk en een hoge temperatuur. De stoom stroomt met grote kracht langs de schoepenraden van de turbine. Deze laten met 3.000 omwentelingen per minuut een as draaien, die is aangesloten op een grote dynamo: de generator. De installatie levert voldoende elektriciteit voor 0,4% van de Nederlandse huishoudens. Het is een vorm van energieopwekking die jaarlijks 162.000 ton CO2, 110.000 ton steenkool, 100.000 ton bouwstof en 8.000 ton metaal bespaart.